Het laatste weekend van januari brachten we een korte vakantie door op Terschelling. De overtocht duurt 2 uur en tijdens het varen valt het op hoeveel groene en rode boeien er te zien zijn langs de vaargeul. De auto was mee, en toen we West-Terschelling uitreden viel me direct de werf van Rijkswaterstaat op: het stond er vol met gekleurde boeien.
De wateren rondom Terschelling behoren tot de gevaarlijkste ter wereld. Dagelijks veranderen de zandplaten, gronden en zeearmen door de getijden. Aldus het museum Het behouden huys. En om dit beheersbaar te maken plaatste men een vuurtoren en langs de vaargeulen boeien, de zgn. betonning.
Betonning heeft trouwens niks met beton te maken. Betonning is het met behulp van markeringen aangeven van vaarwegen. Dit gebeurt door het plaatsen van tonnen, boeien en bakens. Vroeger waren houten tonnen; nu kleurrijke metalen gevaartes.
Sommige boeien staan op de plek waar je ze verwacht: langs de vaargeul. En andere hebben een tweede bestemming gekregen: op het strand zonder een duidelijk functie, maar wel heel erg aanwezig.